1. Foto’s
  2. De geschiedenis van de brouwerij
  3. Het brouwproces
  4. De brouwersgasten en andere helpende handen van de brouwerij

Foto’s

De geschiedenis van de brouwerij

De brouwerij met de naam Sint-Martinus die in 1994 werd afgebroken, zou gebouwd zijn door Louis De Jongh (°1873). De Jongh werd in 1933 nog burgemeester van Halle, weliswaar slechts voor de periode van 1 jaar, want een jaar later stierf hij. Het Brouwershuis was het café naast de brouwerij en werd jarenlang bewoond door de familie Storms.

Achter de café was er lang geleden een afspanning. Dit is een halte voor paarden. De boeren gingen toen van Pulle en Zandhoven met kar en paard naar Antwerpen. Onderweg werd een halte ingelast (afspanning) om de paarden eten te geven, terwijl de boeren hun dorst gingen lessen. Aan de brouwerij was er een grote schuur, waren er paardenstallen die al langer zijn afgebroken en kelders waar de vaten werden bewaard. Achteraan stond ooit nog een diamantslijperij en voor de brouwerij was er een stal voor beesten, koeien en varkens.

Het brouwproces

Aan de brouwerij lagen 2 waterputten. Een gemetste put met water voor huishoudelijk gebruik en een diep geslagen put (35 meter diep) met zuiver water voor het bierbrouwen. Om te brouwen werd zuiver water in een koperen ketel gegoten. Dit werd warm gestookt tot een temperatuur van 70° en werd daarna overgepompt in een grote platte ijzeren kuip (de roerkuip) met toevoeging van de gerst. Dit mengsel werd goed rond gezet met houten rieken, waarna de ketel werd afgesloten met een deksel en men het goedje liet trekken. Gerst bevat kiemen die worden omgezet in zetmeel. In zetmeel zit suiker en zo wordt alcohol verkregen. In de roerkuip lagen onderaan planken met gaatjes waar men het vocht liet doorlopen. Vervolgens werd het gezuiverd afkooksel terug naar de koperen ketel gevoerd en werd er hop bij vermengd. Dit mengsel werd terug verwarmd, waarna het over cerpentines liep die gevuld waren met koud water (om het mengsel af te koelen) en zo in de vaten kwam waar het gistproces kon beginnen. Suiker werd toegevoegd door de commies (douane) van Zandhoven. Zij hielden een oogje in ’t zeil dat men het bier niet te zwaar maakte en dat men geen sacharine gebruikte in plaats van suiker, want dat was vroeger verboden. Na de gisting werd het bier dat puur en heel straf was in grote vaten (picardijnen) in de kelder gelegd. Daarna werd het bier, naargelang de sterkte, versneden met water en werden ook de stoffen toegevoegd om het bier licht of donker te maken en werd het in kleinere vaten overgeheveld. Van deze kleine vaten werd het bier op flessen getrokken.

In de winter werd 1 maal om de 14 dagen gebrouwen. In de zomer gebeurde het bij warm weer dat men 2 maal per week moest brouwen. Wat over bleef na het brouwen was draf en werd als voedsel aan de dieren gegeven. Vroeger werden de flessen nog gespoeld in een grote kuip met lange smalle borstels, later was er een machine om de flessen te spoelen. Enkele vrouwen plakten etiketten op de flessen en konden zo 0,25 centiem per bak verdienen.

Het cafébier dat men vroeger brouwde was de Halse Tuimelaar, een biertje dat kon meetellen en waar men snel genoeg van had. Later werd alleen nog licht en donker tafelbier gebrouwen. Het fluitjesbier Supra van Chevalier Marin, kwam toen van een brouwerij in Mechelen.

De bedeling aan huis gebeurde vroeger met een open platte wagen, getrokken door 2 muilezels. Deze werden gekocht in Antwerpen waar ze met een boot toekwamen. Later werden zij vervangen door paarden, en nog later door een vrachtwagen. Men vertrok ’s morgens met paard en wagen om de mensen van drank te voorzien. ’s Middags kwam men terug om de paarden eten te geven, die dan werden uitgespannen zodat ze even konden rusten alvorens hun ronde verder te zetten.

De brouwersgasten en andere helpende handen van de brouwerij

Mensen die bij de brouwer werkten:

  • Louis Eelen
  • Jef Roosenbroeckx
  • Jef Van Ostaeyen
  • Karel Van de Mier
  • Jos Somers
  • Gust Joris
  • Jos Faes
  • Jos Storms
  • Constant Storms (Stanneke): brouwersgast van 1926 (14-jarige leeftijd) tot bij sluiting brouwerij in 1975
  • Alfons (Fons) Geerts
  • Staf Geerts
  • Karel Valckx (Charel): brouwersgast van 1968 tot bij sluiting brouwerij in 1975
  • Frans Vlackx: brouwersgast van 1966 tot 1968
  • André Van der Schraelen
  • Fons Claes
  • Jan Peeters (zoon van Rik Peeters)